In de overgangsregeling CZO 2023 - 2026 wordt de overgangsfase uitgebreid beschreven.
Het CZO houdt tijdens de overgangsfase toezicht door bij organisaties de ontwikkeling van een integraal kwaliteitszorgsysteem voor CZO-zorgopleidingen te monitoren. Het monitoren start met een nulmeting. In het normenkader is CZO-kwaliteitsdomein 1 (en de daarbij horende standaarden) uitgewerkt in drie ontwikkelingsniveaus. Deze ontwikkelingsniveaus geven weer in welke mate de organisatie op weg is naar een integraal kwaliteitszorgsysteem: onvoldoende ontwikkeling, voldoende ontwikkeling, voldoet aan de eisen van systeemtoezicht. Door te voldoen aan de standaarden van kwaliteitsdomein 1 voldoet de organisatie ook aan kwaliteitsdomeinen 2, 3 en 4 en de bijbehorende standaarden. Organisaties worden door het CZO uitgenodigd voor de nulmeting.
Twee soorten erkenningen
Het CZO geeft - tijdens de overgangsfase - twee soorten erkenningen af:
1. Voorwaardelijke erkenning op organisatieniveau
Organisaties die EPA-gericht opleiden en al erkend waren door het CZO voor één of meer EPA-gerichte leerroutes, zijn per 5 juni 2023 ‘voorwaardelijk erkend op organisatieniveau’. Een (voorwaardelijke) erkenning op organisatieniveau betekent dat de organisatie alle leerroutes (kernleerroutes, specifieke leerroutes en losse EPA’s) mag aanbieden. Deze voorwaardelijke erkenning is geldig gedurende de gehele overgangsfase, dus tot 1 januari 2026. Organisaties met een voorwaardelijke erkenning op organisatieniveau die ook niet-EPA-gerichte opleidingen aanbieden moeten - voordat de nulmeting heeft plaatsgevonden - daarvoor een erkenning per opleiding aanvragen.
2. Erkenning op opleidingsniveau
Organisaties die niet-EPA-gerichte opleidingen aanbieden, (dat geldt bijvoorbeeld voor veel VVT-opleidingen, de kraamzorg en GGD-GHOR) vragen per niet-EPA-gerichte CZO-opleiding een erkenning aan. Organisaties die niet-EPA-gerichte opleidingen aanbieden kunnen ervoor kiezen een voorwaardelijke erkenning op organisatieniveau aan te vragen, als zij bezig zijn met de ontwikkeling en implementatie van een integraal kwaliteitszorgsysteem voor CZO-zorgopleidingen.
Eerste erkenningsaanvraag
Organisaties die zich nieuw bij het CZO registreren komen ook in aanmerking voor een voorwaardelijke erkenning op organisatieniveau. Zij kunnen zich bij het CZO melden om in aanmerking te komen voor de nulmeting. Een positief besluit op de nulmeting betekent dat de organisatie alle niet-EPA-gerichte opleidingen en alle leerroutes (kernleerroutes, specifieke leerroutes en losse EPA’s) mag aanbieden.
Nulmeting
Organisaties worden door het CZO uitgenodigd voor de nulmeting. De nulmeting geldt zowel voor organisaties met een voorwaardelijke erkenning op organisatieniveau als voor organisaties met een erkenning op opleidingsniveau. De nulmeting begint voor de organisatie met het invullen van een erkenningsaanvraag in ‘mijnczo’ - door de contactpersoon erkenning & audits (CEA). CZO-adviseurs en auditoren doen een bureaubeoordeling van de ingevulde erkenningsaanvraag en geven een waarderend advies aan de betreffende organisatie op basis van de bureaubeoordeling. De CZO-adviseur en auditoren adviseren de directeur-bestuurder CZO over de besluitvorming ten aanzien van de nulmeting.
De directeur-bestuurder van het CZO besluit wat de uitkomst is van de nulmeting. Er zijn drie mogelijke uitkomsten van de nulmeting in de overgangsfase:
1. De beoordeling is dermate positief dat er door het CZO een audit wordt gedaan om te beoordelen of de organisatie voldoet aan de eisen voor systeemtoezicht. Bij een positieve audit krijgt de organisatie een CZO-erkenning op organisatieniveau.
2. De beoordeling toont aan dat de organisatie zich goed ontwikkelt richting systeemtoezicht, maar nog niet aan alle eisen voldoet. Daarom blijft de voorwaardelijke erkenning van kracht gedurende de overgangsfase - en totdat de audit volgens de auditcyclus heeft plaatsgevonden.
3. De beoordeling toont aan dat de organisatie zich onvoldoende ontwikkelt richting systeemtoezicht, en dat leidt ertoe dat het CZO bindende voorwaarden stelt aan de voorwaardelijke erkenning. De voorwaardelijke erkenning blijft wel van kracht. De bindende voorwaarden zijn voor het CZO een manier om een scherper zicht te krijgen op de ontwikkeling van de organisatie naar systeemtoezicht.
N.B. Een (voorwaardelijke) ‘erkenning op organisatieniveau’ kan worden ingetrokken of niet worden verstrekt wanneer het CZO constateert dat een organisatie niet voldoet aan de erkennings- en opleidingseisen (zie reglement Toezicht).
Na de nulmeting
Organisaties die na een nulmeting (voorwaardelijk) erkend zijn op organisatieniveau mogen alle niet-EPA-gerichte opleidingen en alle leerroutes (kernleerroutes, specifieke leerroutes en losse EPA’s) aanbieden - zonder hiervoor een erkenningsaanvraag per opleiding te moeten doen.