Skip to main content
Terug

Kwaliteitsdomeinen en standaarden

Een erkenningsaanvraag van het CZO kent vier kwaliteitsdomeinen en bijbehorende standaarden.

Erkenning op organisatieniveau

Een erkenningsaanvraag op organisatieniveau omvat alleen kwaliteitsdomein 1 ‘Organisatie en ontwikkeling’. De zelfevaluatie is gericht op het integrale kwaliteitszorgsysteem van de organisatie.

Erkenning op opleidingsniveau

Een erkenningsaanvraag voor een opleiding omvat naast kwaliteitsdomein 1 (organisatieniveau) ook kwaliteitsdomein 2, 3 en 4 (opleidingsniveau). De zelfevaluatie is gericht op de specifieke opleiding. Dus waar in de kwaliteitsdomeinen en bijbehorende standaarden gesproken wordt over flexibel opleidingsstelsel/CZO-opleidingen/leerroutes, wordt bij een erkenningsaanvraag op opleidingsniveau de specifieke opleiding bedoeld.   

Vier kwaliteitsdomeinen

Kwaliteitsdomein 1: Organisatie en ontwikkeling  

De organisatie werkt intern en extern samen met betrekking tot strategisch opleidingsbeleid en hanteert een integraal cyclisch kwaliteitsmodel, waarmee de kwaliteit van de CZO-zorgopleidingen aantoonbaar wordt gegarandeerd.

Standaarden 
1.1 De organisatie heeft een strategisch opleidingsbeleid met:

  • Een visie op (werkplek-)leren, EPA-gericht opleiden en het bevorderen van een leercultuur.
  • Beleid en een interne procedure ten aanzien van besluitvorming en evaluatie van bestaand en nieuwe aanbod van opleidingen, kernleerroutes en EPA’s.

1.2 De organisatie werkt intern en extern samen om een samenhangend en flexibel opleidingsstelsel van CZO-zorgopleidingen te realiseren en te onderhouden.

1.3 De organisatie voert een integraal kwaliteitszorgsysteem uit gericht op alle CZO- zorgopleidingen op basis van de CZO-kwaliteitsdomeinen en standaarden.
 

Kwaliteitsdomein 2: Leercultuur 

Binnen de praktijkleerplaats(en) is een leercultuur waarin alle collega's binnen de afdeling van en met elkaar kunnen leren. Het gezamenlijk en individueel leren wordt gestimuleerd en gefaciliteerd om zo de kwaliteit van opleiden (en daarmee de zorg) te verbeteren. 

Standaarden 
2.1.  De praktijkleerplaats faciliteert het leren van studenten en collega's (tijd, middelen, beleid, activiteiten) om de kwaliteit van opleiden in een continu proces te verbeteren.  

2.2. De praktijkleerplaats borgt onderstaande leervoorwaarden tijdens de individuele leerroute van de student met:  

  • Een begeleidingsstructuur met taken, competenties en verantwoordlijkheden van alle betrokkenen. 
  • Voldoende categorieën zorgvragers. 
  • Gekwalificeerde en gefaciliteerde praktijkbegeleiding: werkbegeleiders, praktijkopleiders, het leerhuis/de academie en andere betrokkenen.  
  • Er is een balans tussen de aantallen werkbegeleiders, studenten en aanbod van zorgvragers. 

2.3 De praktijkleerplaats faciliteert flexibel leren door differentiatie van tijd, individuele leerroutes diverse (digitale) middelen, blended leeractiviteiten waardoor gepersonaliseerd leren mogelijk is. 

2.4 De praktijkleerplaats biedt studenten een goed leerklimaat door een methodische wijze van begeleiden en beoordelen toe te passen en geeft methodisch, transparant en respectvol feedback. 

Kwaliteitsdomein 3: Professionaliseren van de begeleiding 

Binnen de praktijkleerplaats wordt de deskundigheid van de begeleiding voor de student geborgd.  

Standaarden 
3.1 De verschillende rollen en verantwoordelijkheden en benodigde competenties van de praktijkbegeleiding en andere verantwoordelijken bij de competentieontwikkeling van de student zijn vastgelegd en worden uitgevoerd. 

3.2 De praktijkbegeleiding is (zorg)inhoudelijk en didactisch vakbekwaam, dit wordt cyclisch gemonitord en geborgd door de verantwoordelijken. 

3.3 De praktijkbegeleiding beschikt over didactische vaardigheden om het leerproces van studenten methodisch te begeleiden en te beoordelen/bekwaam verklaren op basis van: 

  • De visie op opleiden van de organisatie.  
  • De opleidingseisen/-het flexibel samenhangend opleidingsstelsel met de EPA's als bouwstenen. 
  • Didactiek/onderwijs- en begeleidingsmethodiek.  

3.4 De praktijkbegeleiding neemt deel aan regionale (leer)netwerken. 

Kwaliteitsdomein 4: Competentie ontwikkeling van de student 

De organisatie en leerplaats kan de student methodisch begeleiden bij zijn leerproces zodat de student kan voldoen aan de opleidingseisen en/of zijn EPA's kan behalen. 

Standaarden 
4.1 Studenten hebben een praktijkleerplan/OER van de opleiding met daarin informatie over:  

  • Toelatingseisen en leerarbeidsovereenkomst. 
  • De visie op (werkplek)leren en de vertaling hiervan naar een didactisch ontwerp om het flexibel leren te kunnen vormgeven.  
  • De wijze van inrichten en de opbouw van (individuele flexibele) leerroutes gebaseerd op de CZO-opleidingseisen/de EPA's (inclusief eventuele losse en specifieke EPA's), EPA overstijgende leereenheden (EOL) en eventuele stageleerplaatsen.  
  • De wijze en het proces van beoordelen/- de wijze van en het proces van methodisch bekwaam verklaren (inclusief gesprekscyclus) en formatieve toetsing op basis van gegrond vertrouwen.  
  • De intake/EVC-procedures.  
  • De rollen en verantwoordelijkheden m.b.t. de begeleiding intern en in de (regionale) samenwerking.  
  • Alleen voor de VVT-opleiding en de opleiding tot kraamverzorgende: een format samenwerkingsovereenkomst tussen het opleidingsinstituut en de zorgorganisatie met de specifieke eisen aan de praktijkleerplaats. 

4.2 De opleiding realiseert flexibilisering van leren door:  

  • Flexibele in-, door-, en uitstroom van studenten.  
  • Gepersonaliseerd leren met individuele leerroutes, just in time learning en blended leeractiviteiten. 

4.3 De studenten beschikken over een portfolio: 

  • Dat passend is bij de CZO-opleidingseisen/- bij een flexibel opleidingsstelsel met de EPA's als bouwstenen.   
  • Waarin de ontwikkeling van de niveaus van Miller/- supervisieniveaus en de voortgang van de student zichtbaar is. 
  • Waarin zichtbaar wordt hoe de (eind) beoordeling tot stand gekomen is/- het bekwaam verklaren van de EPA's tot stand gekomen is met de verschillende beoordelingsonderdelen en toetsinstrumenten voorafgaand aan het toekennen van de EPA.