

In de EVV-opleiding leer je alle taken van de EVV verrichten, zoals deze zijn omschreven in het beroepscompetentieprofiel. De branche houdt toezicht op de kwaliteit van de EVV-opleidingen die worden gegeven door de opleidingsinstituten. Als een opleidingsinstituut een EVV-opleiding verzorgt, waarin alle beschreven beroepscompetenties worden aangeleerd, wordt dit instituut 'door de branche erkend'. Feitelijk betekent dit dat zij aan deelnemers aan de opleiding het branche-erkende diploma en de EVV-speld mogen uitreiken.
De branche-erkende opleiding tot EVV duurt dertig tot veertig weken. De opzet is die van een Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL). Dit betekent praktisch dat gedurende de opleiding er verspreid lesdagen zijn, waarop in de praktijk wordt voortgebouwd. In het kwalificatieprofiel voor de opleiding is bepaald dat voor de theorie 15 tot 20 dagen nodig zijn. In de praktijk kunnen dit 13 tot 15 les- of contactdagen zijn.
De opleiding bestaat uit verschillende modules, waarbij theorie en praktijk elkaar afwisselen. De studie- en praktijkopdrachten, bijvoorbeeld in de vorm van proeven van bekwaamheid, kunnen zowel thuis, tijdens de contactdagen op school als op de werkplek worden uitgevoerd.
Om de EVV-opleiding te kunnen volgens zijn er twee toelatingseisen: De deelnemer is in het bezit van een MBO-diploma Verzorgende of vergelijkbaar diploma; De deelnemer wordt door de instelling waar hij/zij werkt in de gelegenheid gesteld om als EVV-in-opleiding aan de slag te gaan en krijgt hierbij praktijkbegeleiding. De instelling moet erkend zijn als leerbedrijf.
In de opleiding tot EVV leer je om alle taken uit te voeren die bij de EVV-functie horen. De verschillende instituten die de EVV-opleiding verzorgen, hebben de opleiding volgens eigen inzicht ingericht. In de meeste opleidingen krijgen de volgende studie-onderdelen apart aandacht:
Branche-erkende opleidingsinstituten zijn verplicht een EVC-procedure te hebben. Dit is een procedure waarbij Eerder Verworven Competenties worden vastgesteld (verworven bijvoorbeeld door eerder gevolgde EVV-cursussen of door praktijkervaring opgedaan als EVV). Als een deelnemer eerder verworven competenties heeft, kan dit betekenen dat er vrijstellingen worden gegeven voor onderdelen van de EVV-opleiding. Dit kan de opleidingsduur verkorten.
Bekijk hier de 'Erkende opleidingsinstituten'.
Alle branche-erkende EVV-opleidingen zijn 'getoetst' op het toereikend zijn om de EVV-competenties aan te leren. Deelnemers kunnen ervan uit gaan dat alle branche-erkende opleidingen competentiegericht zijn. Er zijn wel verschillen tussen opleidingen, die de keuze voor de ene of de andere EVV-opleiding kunnen bepalen.